Zoals bij de startbeslissing, geldt ook hier dat het voorkeursbesluit vastgesteld wordt door een politieke overheid, met name de Vlaamse Regering, de provincieraad of de gemeenteraad.
Wie van deze drie politieke overheden finaal de ‘uniek bevoegde overheid’ wordt, verschilt van geval tot geval en hangt af van de feitelijke context.
Bij het bepalen van de uniek bevoegde overheid, wordt in eerste instantie gekeken naar de bevoegdheidsregeling die geldt in het kader van de omgevingsvergunning.
Op basis van de bevoegdheidsregeling die geldt in het kader van de omgevingsvergunning, kan het zijn dat meerdere overheden bevoegd zijn voor het complexe project. Ook in dat geval zal er slechts één uniek bevoegde overheid zijn.
De bevoegde overheid kan de bevoegdheid voor het vaststellen van het voorkeursbesluit en het projectbesluit delegeren aan een ander bestuursniveau.
- Concretisering processtructuur in procesnota
- Alternatievenonderzoeksnota
- Adviesverlening
- Participatie
- Afstemming verschillende onderzoeken
- Gunningswijze en inschatting benodigde middelen
- Synthesenota en voorontwerp voorkeursbesluit
- Overheid bevoegd voor (ontwerp) voorkeursbesluit
- Ontwerp voorkeursbesluit
- Openbaar onderzoek
- Afspraken en overeenkomsten
- Voorkeursbesluit
- Rechtsgevolgen en verval
Een voorkeursbesluit kan elementen omvatten die momenteel toebehoren aan de bevoegdheid van bepaalde bestuursorganen zoals de Vlaamse ministers, Polders en Wateringen, de deputatie, het college van burgemeester en schepenen of intercommunales.
Het kan ook gaan om de beslissingsbevoegdheden die overeenkomstig wetten, decreten of organisatiereglementen zijn gedelegeerd of toegewezen aan de overheidsadministraties, specifieke ambtenaren (zoals de gewestelijke stedenbouwkundig ambtenaar en de gewestelijk erfgoedambtenaar) of aan interne of externe verzelfstandigde agentschappen.
De aangewezen bevoegde overheid integreert in het voorkeursbesluit alle dergelijke beslissingen, door het vaststellen van het voorkeursbesluit.
Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat als de provincieraad de uniek bevoegde overheid is, deze provincieraad bij het vaststellen van een voorkeursbesluit een gebied kan aangeven waar een bouwverbod geldt.
Zoals gezegd wordt een (ontwerp van) voorkeursbesluit vastgesteld door de Vlaamse Regering, de provincieraad of de gemeenteraad.
Welke van deze drie overheden nu juist het (ontwerp van) voorkeursbesluit vaststelt, is afhankelijk van het complexe project:
Als dit project een project betreft waarvoor de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar in eerste administratieve aanleg bevoegd is om de omgevingsvergunning af te leveren, is de Vlaamse Regering de bevoegde overheid voor het vaststellen van het (ontwerp van) voorkeursbesluit.
Voor welke projecten levert de Vlaamse Regering de omgevingsvergunning af?
De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar is in eerste administratieve aanleg bevoegd voor de volgende aanvragen van:
1. de projecten waarvoor de Vlaamse Regering bij besluit heeft bepaald dat zij hiervoor bevoegd is om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen;
2. de projecten die uitsluitend mobiele of verplaatsbare inrichtingen of activiteiten omvatten als vermeld in artikel 5.1.1, 10°, van het DABM over twee of meer provincies.
Ook veranderingen aan deze projecten worden vergund door de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar.
Als het project een project betreft waarvoor de deputatie in eerste administratieve aanleg bevoegd is om de omgevingsvergunning af te leveren, is de provincieraad de bevoegde overheid voor het vaststellen van het voorkeursbesluit.
Voor welke projecten levert de deputatie de omgevingsvergunning af?
De deputatie is in eerste administratieve aanleg bevoegd voor de volgende aanvragen van:
1. de projecten waarvoor de Vlaamse Regering bij besluit heeft bepaald dat de deputatie hiervoor bevoegd is om in eerste administratieve aanleg een beslissing te nemen;
2. de projecten die uitsluitend mobiele of verplaatsbare inrichtingen of activiteiten omvatten als vermeld in artikel 5.1.1, 10°, van het DABM over twee of meer gemeenten in hun provincie;
3. de projecten die in de eerste klasse ingedeelde inrichtingen of activiteiten omvatten die noch een Vlaams noch een gemeentelijk project of een onderdeel van een van beiden zijn.
Ook veranderingen aan deze projecten worden vergund door de deputatie.
In alle andere gevallen is de gemeenteraad bevoegd voor het vaststellen van het voorkeursbesluit.
Het is mogelijk dat een complex project uit meerdere deelprojecten bestaat, waarbij de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is om de omgevingsvergunning voor deze deelprojecten af te leveren, niet dezelfde overheid is.
Dit is bijvoorbeeld het geval bij de inrichting van een stadsbuurt waar ook een gewestweg moet worden ingericht of werken noodzakelijk zijn aan een waterweg die de Vlaamse overheid beheert.
Zijn meerdere overheden bevoegd voor het vaststellen van het voorkeursbesluit, zijn er twee mogelijke opties:
1) De betrokken overheden wijzen in onderling overleg de bevoegde overheid aan die het voorkeursbesluit zal vaststellen.
Per voorkeurbesluit kan er immers maar één bevoegde overheid optreden, wat impliceert dat sommige overheden voor bepaalde onderdelen van het te nemen voorkeurbesluit hun beslissingsbevoegdheid vrijwillig zullen overdragen, al dan niet gekoppeld aan voorwaarden.
Er wordt dus niet uitgegaan van het principe dat, eens het voorkeursbesluit een deelproject omvat waarvoor de Vlaamse Regering de bevoegde overheid is (omdat er sprake is van een “Vlaams project”) en een deelproject waarvoor de gemeenteraad de bevoegde overheid is (omdat er sprake is van een project waarvoor het college van burgemeester en schepenen de omgevingsvergunning moet afleveren) dat dit project dan automatisch door het Vlaamse niveau wordt getrokken.
- Hoe en wanneer wordt de uniek bevoegde overheid aangewezen?
De betrokken overheden wijzen uiterlijk op het moment waarop het ontwerp van voorkeursbesluit wordt vastgesteld de bevoegde overheid aan.
Deze aanwijzing moet schriftelijk gebeuren. - Afspraken en voorwaarden die gepaard gaan met de aanwijzing van de bevoegde overheid
Het feit dat de betrokken overheden in onderling overleg de bevoegde overheid zullen moeten aanwijzen, zorgt ervoor dat de verschillende overheden tijdens het proces hun bezorgdheden zullen inbrengen en constructief meewerken en participeren.
Bepaalde bezorgdheden kunnen voor een overheid die bevoegd is op basis van de bevoegdheidsregeling voor de omgevingsvergunning dermate belangrijk worden geacht, dat deze overheid het vaststellen van het voorkeursbesluit slechts onder bepaalde voorwaarden wil overlaten aan een andere overheid. Het kan ook voorvallen dat deze overheid de bevoegdheid voor het vaststellen van het voorkeursbesluit wil overlaten mits er bepaalde afspraken zijn rond het deelproject, de uitvoering ervan, de financiering, …
Dergelijke voorwaarden en afspraken zullen schriftelijk moeten worden vastgelegd en uiterlijk op het moment waarop het ontwerp van voorkeursbesluit wordt vastgesteld.
2) De betrokken overheden raken het niet eens over welke overheid het voorkeursbesluit zal vaststellen
In dit geval zal men moeten nagaan of het haalbaar en zinvol is om een complex project op te splitsen in afzonderlijke deelprojecten, rekening houdend met de voor het complexe project geformuleerde doelstelling en problematiek.
Bij gebrek aan consensus over de concrete bevoegdheidsaanwijzing, zullen noodgedwongen de sectorale procedures moeten worden gevolgd (zoals het geval is bij projecten die niet als ‘complexe projecten’ beschouwd worden).
Let op!
De regelgeving laat ook toe dat de bevoegdheid wordt gedelegeerd naar een ander bestuursniveau. Het delegatiebesluit wordt dan opgenomen in het ontwerp van voorkeursbesluit, na schriftelijke instemming van de betrokken bestuursniveaus. Het delegatiebesluit bevat een motivering voor de delegatie van de bevoegdheid.
Ja, als wordt afgeweken van de bindende bepalingen van een ruimtelijk structuurplan van een hoger bestuursniveau dan de overheid die als bevoegde overheid is aangeduid, moet deze overheid de schriftelijke instemming hebben van dat hoger bestuursniveau. Het gaat om de instemming van de Vlaamse Regering wat betreft afwijkingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen en van de deputatie wat betreft afwijkingen van het provinciaal ruimtelijk structuurplan.
Een dergelijke instemming is ook vereist als er wordt afgeweken van de voorschriften van gewestplannen, plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen van een hoger bestuursniveau.
De bepaling van de bevoegde politieke overheid (Vlaamse Regering, provincieraad, gemeenteraad) gebeurt op basis van bevoegdheidsregeling die geldt in het kader van de omgevingsvergunning.
Hier zijn geen formaliteiten mee gemoeid.
Het kan zijn dat een complex project uit twee of meer deelprojecten bestaat waarvoor twee of meer overheden bevoegd zijn krachtens het decreet betreffende de omgevingsvergunning. In dat geval wijzen de betrokken overheden in onderling overleg de bevoegde overheid aan die het projectbesluit zal vaststellen.
Dit aanwijzen van de bevoegde overheid en de eventueel daarmee gepaard gaande afspraken en voorwaarden gebeurt schriftelijk en uiterlijk op het moment waarop het ontwerp van voorkeursbesluit wordt vastgesteld.